Rhinocerus | Brons | 18 cm hoog

beeld rhinocerus brons tom waakop reijers

Heimwee naar de rhinocerus

In zijn toneelstuk 'Rhinocéros', dat in 1959 in Parijs in première ging, verandert Eugène Ionesco alle personages behalve de hoofdpersoon Bérenger in neushoorns. Het neushoornschap wordt de norm van het leven en gedrag in de samenleving. In het theater had dit merkwaardige stuk een stormachtig succes. Ik heb helaas nooit een opvoering bijgewoond, maar ik heb wel de tekst gelezen. Dat deed ik kort nadat ik de Rhinocerus van de beeldhouwer Tom Waakop Reijers had gezien. Dat kunstwerk werd voor mij opeens een Ionesconische sculptuur, het standbeeld van een nieuw soort wezens.

Toen ik jaren later Waakop Reijers voor het eerst ontmoette - dat was aan de bar in de galerie van Gertjan Cieremans aan de Rotterdamse Benthuizerstraat-, dacht ik onmiddellijk aan Ionesco. En de rhinocerus stond daar ook, op een sokkel. Ik waande mij in een decor. Dat was niet zo vreemd, want er werd bier gedronken in een tempo waarin neushoorns Nijlwater consumeren. Zo veranderden wij daar aan de Benthuizerstraat op die gedenkwaardige avond gaandeweg in rhino's. En wij hebben dat nog menigmaal herhaald. Velen van ons, onder wie ikzelf, neigden toch al in die richting. Dus moeilijk was het niet. dit is met summier wetenschappelijk ondezoek te onderbouwen. Om ons tot de kunstenaar te bepalen: psychologen zullen Toms weelderige gestalte onmiddelijk in verband brengen met de omvang van dieren en mensen (de dikke vrouwen) die hij in het verleden in brons heeft gegoten.

Tom Waakop Reijers wordt vijftig. Dat is, denk ik, een prestatie. Want om allerlei redenen mogen sommige jaren wel dubbel worden geteld of misschien wel driedubbel. Zodat hij nu bijna honderd is. Als ik met hem praat over de rhinocerus kijkt hij mij altijd wat vreemd aan. Dat is al zo lang geleden, zie ik hem denken, vooral als je het dubbel of driedubbel telt. Om die herinnering uit te wissen laat hij mij dan prachtige foto's zien van kunstwerken in hallen van ministeries in Rijswijk of het Gemeentelijk Havenbedrijf in Rotterdam. Maar ik wil terug naar de rhinocerus. Daarom moet de volgende (halve) eeuw Waakop in het teken staan van het neushoornschap. Daar zit trouwens een geweldige handel in. Elk overheidsgebouw, niet alleen in Rotterdam maar in de hele wereld, moet op een voor ieder zichtbare plaats zo'n rhinocerus opstellen. Dan weten wij precies hoe wij er, met dank aan Ionesco, uit gaan zien.

Jan Donia

 

werk aan rhinocerus